'EBU, laat Israël niet deelnemen aan Songfestival 2026'
In dit artikel:
Hoofdredacteur Jonathan Hendrickx pleit in een persoonlijke opinie dat de Israëlische omroep KAN uitgesloten moet worden van het Eurovisiesongfestival 2026. Zijn bezwaar is niet religieus of cultureel, maar gericht op wat hij ziet als structurele politisering en ongestrafte misstanden van de Israëlische delegatie tijdens de laatste twee edities, plus de lauwe reactie van de Europese Omroepunie (EBU) en andere omroepen.
Hendrickx schetst een chronologie van incidenten: in 2024 werd een door KAN ingediend nummer afgekeurd wegens politieke inhoud, maar KAN kreeg meerdere kansen om het te herschrijven. Tijdens de finale in Malmö veroorzaakte de Israëlische delegatie volgens hem zodanig veel commotie dat enkele omroepen vlak voor de finale terugtrekking overwoog en later formele klachten indienden; de EBU erkende wangedrag maar benoemde geen verantwoordelijken. In 2025 in Bazel leidde een volgens de auteur agressieve promotiecampagne, mede gefinancierd door Israëlische overheidsinstanties, tot hoge publieksstemresultaten voor Israël en opnieuw tot onrust binnen de omroepgemeenschap. Wanneer Spaanse commentatoren het conflict in Gaza ter sprake brachten, trad de EBU corrigerend op tegen hen, terwijl Israël zelf weinig beperkingen ondervond.
De EBU zou sindsdien weinig daadkracht hebben getoond: geplande stemmen en bijzondere ledenvergaderingen werden afgelast of uitgesteld, en de Unie zoekt nu volgens Hendrickx naar “cosmetische” reglementswijzigingen die te laat, te vaag en onvoldoende effectief zijn. Die aanpassingen zouden vooral bedoeld zijn om onenigheid weg te slepen en de weg vrij te maken voor deelname van KAN, zonder de kernproblemen op te lossen. Een aantal nationale omroepen — onder meer Slovenië, Spanje, Nederland en Ierland — heeft al ondubbelzinnig verklaard dat hun deelname afhangt van die van Israël.
Hendrickx verbindt de zaak ook expliciet met bredere mensenrechtelijke zorgen: hij verwijst naar Amnesty International, die spreekt over het voortduren van ernstige schendingen in Gaza. Hij stelt dat zolang er geen scherpe veroordeling of verandering is bij het systematisch schenden van mensenrechten, het niet verstandig is Israël onvoorwaardelijk toe te laten tot een evenement dat apolitiek zou moeten zijn. Hij waarschuwt dat het toelaten van KAN de geloofwaardigheid en toekomst van het Songfestival en de EBU ondermijnt.
Concluderend roept hij EBU en omroepen op KAN en Israël uit te sluiten van deelname aan 2026 om het festival te redden en een grens te stellen aan politieke instrumentaliseringspraktijken. Hij laat de deur open voor een eventuele terugkeer als de mensenrechtensituatie wezenlijk verandert.