Israël mag deelnemen aan Songfestival 2026
In dit artikel:
Op de openingsdag van de 91e algemene vergadering van EBU-omroepen in Genève stond één onderwerp centraal: de vraag of Israël volgend jaar mag meedoen aan het Eurovisie Songfestival. Na een eerste stemronde bleek dat de Israëlische publieke omroep KAN toestemming kreeg om in 2026 deel te nemen.
De discussie voorafgaand aan de stemming was scherp. Volgens berichtgeving in Israël uitten delegaties uit vier landen felle kritiek en eisten dat Israël uitgesloten zou worden: Spanje, Turkije, Slovenië en — opvallend genoeg — België. Niet duidelijk is of die Belgische reactie afkomstig was van VRT of RTBF; ook de precieze inhoud van de boodschap is niet bevestigd door andere media. Voor VRT zit CEO Frederik Delaplace in Genève; de naam van de RTBF-afgevaardigde werd niet genoemd.
Een aantal landen, onder wie Noorwegen, Zweden en het Verenigd Koninkrijk, hield zich naar verluidt neutraal. Oekraïne verzette zich juist tegen het houden van een stemming over Israëls deelname. Spaanse media melden dat acht landen gezamenlijk een motie indienden om per geheime stemming over de deelname te beslissen — de statuten vereisen minimaal vijf handtekeningen om zo’n procedure af te dwingen — maar buiten Spanje zijn die ondertekenaars niet bekendgemaakt.
Achtergrond: de halfjaarlijkse EBU-ledenvergadering verzamelt vertegenwoordigers van alle volledige leden om beleid en deelnamekwesties rond de pan-Europese publieke omroepen te bespreken. In dit geval leidde dat proces tot een geheime stemming waarna KAN werd toegelaten, ondanks politieke spanningen en onduidelijkheid over welke landen precies welke positie innamen.