Opinie: 'Ik wil Average Rob ... of Margriet Hermans met zotte schlager'
In dit artikel:
Tijdens de eerste halve finale van het Eurovisie Songfestival 2025 eindigde België met Red Sebastian teleurstellend als voorlaatste. Jasper Van Biesen, medeoprichter van Songfestival.be, wijt dit resultaat niet aan de artiest zelf, maar aan de grillige stemgewoonten van het publiek die het wedstrijdkarakter sterk beïnvloeden. Hij pleit voor een koerswijziging waarbij België zich aanpast aan de wensen van de kijkers, ondanks dat dit een confrontatie is met de traditionele voorkeur voor kwaliteit en muzikale inhoud.
Van Biesen erkent problemen zoals de afwezigheid van jury’s in de halve finales, stemmanipulatie, burenstemming en het gebrek aan politieke neutraliteit, maar benadrukt dat België vooral invloed kan uitoefenen op de keuze van de inzending. Volgens hem verliest het festival steeds meer zijn focus op het beste lied; publieksstemmen gaan tegenwoordig naar inzendingen die onmiddellijk pakkend en visueel aantrekkelijk zijn, vaak met een gimmick. Voorbeelden van succesvolle artiesten uit 2025 zoals Oostenrijk en Estland bevestigen deze trend.
De Belgische inzending ‘Strobe Lights’ van Red Sebastian viel niet goed in de smaak en verraste Europa onvoldoende. Ondanks een professionele act was het nummer te “moeilijk” en wist het publiek niet snel te boeien. Van Biesen stelt daarom voor om voortaan in te zetten op meer ‘snackable’, carnavaleske of opvallende acts die meteen impact maken, zelfs als dat betekent dat inhoudelijke kwaliteit op de achtergrond raakt. Hij noemt als voorbeeld een ballade over een terminaal ziek hangbuikzwijn of een uitbundige schlager met een knipoog naar carnavalstradities.
België moet volgens hem het patroon van “mooi maar te saai” doorbreken en net als andere landen zoals Zweden en Finland durven gaan voor een opvallende, luchtige performance die het publiek direct pakt. Hij suggereert zelfs K3 en andere excentrieke performers een kans te geven om de carnavalssfeer te omarmen en zo het Songfestival weer aantrekkelijk te maken voor de doelgroep die stemt op het moment en gevoel, niet per se op muzikale diepgang.
Van Biesen sluit af met de realistische oproep om het publiek te geven wat het wil, als België opnieuw succesvol wil zijn. Hoewel hij zelf de veranderde dynamiek betreurt en zijn liefde voor het festival afneemt, ziet hij het als de enige manier om in de toekomst nog punten te scoren en misschien zelfs te winnen. Het Songfestival is volgens hem allang meer dan een muziekconcours; het is een spektakel waarin herkenbaarheid en emotie direct moeten inslaan om het stemgedrag te beïnvloeden.